October 1, 2020

Artikel De Ommer jaargang 3 2020

In De Ommer, het magazine voor en door inwoners uit Ommen. staat een artikel over/ interview met Roel Westerman.

Turen over Regge en Vecht

Zwerven, graven, willen weten wat er onder de grond zit

lees het hele magazine hier

Onbelemmerd je gang gaan

Landschapskunstenaar Roel Westerman (1971, Utrecht University) is nooit gestopt met spelen. Hij is niet uit de zogenaamde IZDA fase* gekomen, waar peuters doorheen gaan. Niet dat dat nou zo’n ramp is. Spelen betekent namelijk volgens Van Dale ‘vrij spel hebben’ en ‘onbelemmerd zijn gang kunnen gaan.’ De quote ‘I will never fit in’. That’s one of my best qualities past hem als een jas. “Ik doe niks anders, dan toen ik kind was”, vertelt hij. “Altijd aan het banjeren door de natuur. Rondzwerven, graven, willen weten wat er onder de grond zit. Kijken hoe de bodem er uitziet. Ik vond dat als kind al héél interessant. Eigenlijk doe ik dat nog steeds. Ik ben zeer geïnteresseerd in structuren.”

7.000 jaar oud eikenhout

De ontwerper is deze middag in zijn kantoor in Rheeze. Het is een voormalig onderkomen van Staatsbosbeheer. We zitten aan een grote tafel van plywood (ongetwijfeld zelfgemaakt). De wanden van het vertrek zijn op een bijzondere manier met hout betimmerd. Op de vloer staan verschillende dozen met stenen en stokken. Het lijkt hier wel een slaapkamer van een kind dat van alles verzamelt. Roel’s handen spelen intuïtief met een paar stenen. “Een vuursteen en een vuistbijl”, vertelt hij. “Je ziet meteen aan de structuur dat dit een vuursteen is. Het materiaal is bewerkt, een beetje glasachtig en de oppervlakte is hol of bol.” De vuistbijl blijkt van basalt. Donkergrijs, een scherpe rand. Voor mij op tafel ligt een stuk zwart hout. Het voelt hard aan en lijkt op een deel van een boomstam. “Dat hout is 7.000 jaar oud”, zegt Roel. Hij vond het in Stegeren. “Tijdens werkzaamheden zijn daar oude veeneiken opgegraven.” Er zitten ook een paar jongeren aan tafel te werken. Samen met vier andere medewerkers begeleidt Roel jongeren die een veilige plek en zorg nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen. Zij leren en werken op kantoor, de werkplaats, op het terrein of in de tuin en de kas. Een meisje maakt koffie voor iedereen. “Ik voel me thuis hier”, vertelt ze. “Ik heb het echt naar mijn zin, het voelt veilig.” “Deze doelgroep valt buiten de kaders en wij geven kaders waarbinnen ze zich wel kunnen ontwikkelen”, legt Roel uit. Logisch misschien, omdat hij zelf ook niet in een systeem lijkt te passen.

Metershoge uitkijktoren

In Varsen, vlakbij het monument, ligt het punt waar Regge en Vecht samenkomen en verder stromen als één rivier. Roel heeft daar een project. Hij laat een ontwerp zien van een metershoge uitkijktoren, een ‘kansel’, die daar komend voorjaar geplaatst wordt. Een opdracht van de gemeente Ommen, in samenwerking met het Plaatselijk Belang, en onderdeel van het ‘Tientorenplan’ van de provincie. Langs de Vecht komen tien van dit soort plekken. “Bij de monding in Zwolle de eerste en bij de grensmeander in Laar (Duitsland) de laatste.” De (houten) toren die in Varsen komt, ziet er minimalistisch uit, wordt om een boom heen gebouwd en gaat straks op in de omgeving. Mooi! Vanaf de uitkijktoren kun je over het stroomdal van Regge en Vecht kijken. Er komt een eveneens minimalistisch bord, met een kaart waarop je ziet hoe Varsen ligt ten opzichte van de rivier. Roel: “Je zit hier in het laatste stuk, op 150 van de 167 km lange Vecht.” Bij de rivier komen ‘Vechtnesten’. Loodzware witte betonnen zitelementen in de vorm van eieren van een kievit, grutto of wulp, met hier en daar stalen informatieplaatjes. “Een verwijzing naar de weidevogels die het moeilijk hebben. Van ieder verkocht nest gaat een deel naar de Vogelbescherming.”

Gelaagdheid

“Ja, wat heb ik met de Vecht. Het is de geologie, de gelaagdheid van het landschap. De typische stroomrug die je bijvoorbeeld in Varsen ziet, dat vind ik echt het mooist. De plek waar de rivier het land heeft afgekalfd.” Roel zoekt op zijn mobiel naar foto’s van bodemstructuren. De doorsnedes laten prachtige kleurlagen zien. IJzeroer, zand, klei... Hij wijst. “Kijk, in deze grijze klei zie je bijna geen ijzerafzetting. Dat rode was eerst felblauw, bijna paars.” Ik zie onwaarschijnlijk mooie kleuren als gebrande sienna en ultramarijn blauw. “Als je die blauwe klei aan de lucht blootstelt, wordt het bruin. Wij zijn klei aan het zuiveren om er keramiek van te maken.” De esthetiek, maar ook de historie fascineert Westerman. “Vroeger was de Vecht een transportader. Een levensader. Om de zoveel meter had je een voetveer, een herberg en een fuik. De Vecht was een deel van je inkomen. Ik vind het heel prettig om alle menselijke handelingen van de laatste 100 jaar weg te denken en me voor te stellen hoe het toen was. De rivier, die ongeveer de helft was van wat hij nu is. Die stroomrug, de natuurlijke oevers. Het geeft mij rust. Ik vind dat gewoon fijn.”

*IZDA fase staat voor ‘Wat is dat?’ Een vraag die peuters vaak stellen.

galerij

No items found.

meer zoals dit

ontwerpen uit dit verhaal